De WEii, de Werkelijke Energie intensiteit indicator, wordt inmiddels breed toegepast. Het is de methode achter de Paris Proof-ambitie en inmiddels opgenomen in de Portefeuilleaanpak van RVO en Omgevingsdiensten, waarmee grote concerns over de voortgang van hun energiebesparing rapporteren. Vandaag is versie 3.0 van het WEii-protocol gelanceerd en verwerkt in de rekentool op weii.nl.  

Wat is er nieuw in versie 3.0?  

Versie 3.0 vervangt de eerdere protocollen voor utiliteitsbouw en woningbouw. De rekenmethode is hetzelfde gebleven, dus eerdere berekeningen blijven vergelijkbaar. Wel is het onderscheid tussen de basismethode en de detailmethode eruit gehaald. Standaard wordt nu een klimaatjaarcorrectie toegepast zodat de WEii-score over de jaren goed te vergelijken is.  

Naast dat een WEii-score afgegeven kan worden voor een pand of verblijfsobject binnen een pand, kan nu ook een WEii-score bepaald worden voor een collectie van gebouwen. De opzet van het protocol is bovendien leesbaarder geworden.  

Download hier protocol 3.0

Extra indicatoren voor onder meer CRREM 

Ook zijn er extra indicatoren opgenomen die de toepassing van de WEii verbreden. Een overzicht: 

  1. WEiifinaal: De indicator die aangeeft hoeveel energie het gebouw op jaarbasis nodig heeft, vanuit het net en eigen opwek. In de standaard WEii wordt ook de energie gewaardeerd die teruggeleverd wordt. WEiifinaal is de indicator die door rapportagemethode CRREM 2.0 gebruikt wordt. WEiifinaal is te bepalen uit de invoerdata voor de WEii in combinatie met extra input over de productie van de lokale opwek.   

  2. WEiibesparing: het besparingspercentage van de WEii ten opzichte van een referentiejaar. Dit is de indicator die in de Portefeuilleaanpak van de Omgevingsdiensten wordt gevraagd, waarbij het daar specifiek gaat over de WEiibesparing over de gehele portefeuille. 

Indicatoren in relatie tot netcongestie 

In meer en meer regio's wordt het terugleveren van zelfopgewekte elektriciteit belemmerd door netcongestie. De indicatoren dekkingsgraad en benuttingsfactor geven inzicht in hoeveel van de lokaal opgewekte energie in het gebouw gebruikt wordt en daarmee een beeld van de energie-uitwisseling met het net. Beiden zijn nu opgenomen in versie 3.0 van het WEii-protocol.  

  1. WEiidekkingsgraad is een factor die weergeeft hoeveel van de benodigde energie van een gebouw op jaarbasis zelf opgewekt wordt.  

  2. WEiibenuttingsfactor geeft aan hoeveel van de opgewekte energie direct benut wordt in het gebouw. In de Europese Unie wordt nagedacht over regelgeving met betrekking tot deze waarde.  

Aanscherpen ambitie industriefunctie 

Uit de door de DGBC-werkgroep opgesteld sectorale routekaart voor logistiek bleek dat de logistieke sector gemiddeld al vrijwel Paris Proof is. Op de daken van deze gebouwen is bovendien nog een enorm potentieel om energie op te wekken. Energie opgewekt door zonnepanelen op de logistieke gebouwen kan gelijk benut worden in het logistieke gebouw of in transport.  

De nieuwe Paris Proof-waarden zijn -25 kWh/m2 (energieleverend dus) voor een bedrijfshal en 15 kWh/m2 voor een koel/vriesgebouw. 

API 

Uiteraard zijn de wijzigingen voor protocol 3.0 verwerkt in de WEii-API. Door de WEii-API te gebruiken ben je altijd verzekerd dat je een WEii-score krijgt volgens de berekeningen van het meest recente protocol.  

Paris Proof Congres 2023 

Tijdens het Paris Proof congres op donderdag 30 november in Amare in Den Haag is er ook aandacht voor WEii en het nieuwe protocol. In een aparte deelsessie wordt er ingegaan op het protocol 3.0 en de mogelijkheden om WEii-certificaten te behalen en af te geven.